“Een heel bepaalde periode in de geschiedenis van het bisdom Den Bosch is voorbij: een poging tot katholieke restauratie na de geloofsafkalving na de jaren zestig. Weliswaar een poging die maar zeer gedeeltelijk slaagde, maar toch.” Historische woorden van emeritus-pastoor Cor Mennen (foto). Hij noteert ze in het zeer persoonlijke stukje Een mislukt herstel dat 15 december verscheen op zijn weblog ‘Fortes in Fide’. Daarin gaat de aartsconservatieve geestelijke al geruime tijd onbedaarlijk tekeer tegen het ‘modernisme’ en de ‘vrijzinnigheid’ waar de Rooms-Katholieke Kerk wereldwijd en met name in Nederland volgens hem aan ten gronde gaat. De strijd blijkt in zijn diocees tevergeefs te zijn geweest, zo geeft hij toe, na zijn recente ontslag als docent kerkelijk recht aan het Sint-Janscentrum, de priester- en diakenopleiding van het bisdom van ‘s-Hertogenbosch: “We zijn nu weer bij een kerk waarbij het minder gaat om de katholieke waarheid dan om wat de kranten over kerk en bisschop schrijven, zolang ze dat überhaupt nog doen. Immers de relevantie van een dergelijke kerk neemt snel af.” Mennen heeft “felle kritiek op progressieve collega’s en op de kerkleiding die in zijn ogen veel te slap is”, aldus het dagblad Trouw van 27 juni 2017, waarin hij wordt geïnterviewd na zijn vertrek als pastoor van de Willibrordusparochie in Oss. Per 1 januari 2017 werd hem ontslag verleend en ging hij met ‘emeritaat’, zeg maar ‘pensioen’. Mennen was toen 71 en nog vier jaar verwijderd van de leeftijd waarop pastoors doorgaans worden geacht ‘in ruste’ te gaan. Gerard de Korte, die op 5 maart 2016 tot bisschop van ‘s-Hertogenbosch werd benoemd, maakte hiermee duidelijk dat er grenzen zijn aan wat een priester van zijn bisdom zich in de media kan permitteren. Een week later schoof hij Mennen aan de kant als gedelegeerde voor liturgie en kerkelijke kunst en op 1 november 2019 volgde het ‘eervol ontslag’ als lid van het Kathedraal Kapittel, zijn vertrouwens- en adviescollege. Mennen doceerde echter nog wel kerkelijk recht aan het Sint Janscentrum. Daar is nu ook een eind aan gekomen, zoals blijkt uit het schrijfsel van Mennen. “De reden is uiteraard dezelfde als waarom ik uit het kapittel ben verwijderd en waarom ik mijn taken als gedelegeerde moest opgeven”, legt hij uit. “Met de duidelijke katholieke lijn die ik voorsta en waardoor ik soms kritiek op het beleid van de bisschop heb en ook op uitspraken van de paus die op gespannen voet staan met de katholieke traditie, pas ik niet in het beleid van mgr. De Korte.” Over zijn ontslag als kapittellid onthult Mennen dat bisschop De Korte hem in een gesprek had laten weten “dat hij iemand die de paus een ketter noemt niet in zijn kapittel kon dulden”. Cor Mennen is verbitterd. Hij kreeg na de start van het Sint-Janscentrum in 1987 van de toenmalige zeer behoudende Bossche bisschop Jan ter Schure opdracht in Leuven kerkelijk recht te gaan studeren om dit te doceren aan een nieuwe lichting priesterstudenten die in het ‘losgeslagen’ bisdom de kerkelijke klok zouden moeten gaan terugdraaien. Dat is nu voorbij. Missie mislukt. Maar de strijdbijl begraven zal er niet van komen. Cor Mennen gaat tot de laatste snik door met zijn kruistocht tegen de ‘verkwanseling’ van het ‘ware geloof’. Ook al is hij nog maar een roepende in de woestijn.